Inventarisatie Post 65 erfgoed in Apeldoorn

Inventarisatie Post 65 erfgoed in Apeldoorn

In Apeldoorn is de tijdlaag 1970-1990 nadrukkelijk aanwezig. Het knusse kantoor van Centraal Beheer uit 1972 van Herman Hertzberger markeert het begin van deze periode, het postmoderne stadhuis uit 1992 van Hans Ruijssenaars het einde. Voor de gemeente Apeldoorn brachten we het jonge erfgoed in de gemeente in kaart.

2021
In opdracht van de gemeente Apeldoorn, in samenwerking met Evelien van Es en Joost Emmerik

Interieur Centraal Beheer, 1972. Herkomst: Internationale Licht Rundschau 74.

Sinds de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onderzoek doet in het kader van Verkenning Post 65, is de interesse en waardering voor het erfgoed uit de periode ná 1965 gegroeid, vooral onder erfgoeddeskundigen. Enkele gemeenten hebben inmiddels een begin gemaakt met een inventarisatie van jong erfgoed binnen de eigen gemeentegrenzen, want een goed gedocumenteerde en met kennis onderbouwde inventarisatie stelt in staat om adequaat te reageren op ruimtelijke ontwikkelingen, gerichte vervolg- en onderzoeksvragen te stellen en het behoud van erfgoed beter te kunnen borgen in het cultuurhistorisch beleid en de nieuwe omgevingsvisie.

Promotieboekje 'Apeldoorn', ca. 1970.

Pagina uit promotieboekje 'Apeldoorn', ca. 1970.

In het Matenpark, ontwerp Henk Barkhof, 1972-1975.

Apeldoorn is een van die gemeentes die op de troepen vooruitlopen. De vakgroep Cultuurhistorie heeft architectuurhistorici Evelien van Es en Lara Voerman en landschapsarchitect en stedenbouwkundige Joost Emmerik gevraagd om het jonge erfgoed in Apeldoorn en het buitengebied te inventariseren en de waarde ervan te onderbouwen. Met deze selectie gaat de vakgroep nu de boer op: in gesprek met onze ruimtelijke collega’s, het college van B en W, de commissie Omgevingskwaliteit en natuurlijk de inwoners van de gemeente. Is dit de beste representatie van 1970-1990? Als deze selectie definitief is vastgesteld, wordt dit jonge erfgoed daadwerkelijk aangewezen als Post 70-monumenten.

Stationspostgebouw Arnhem

Het stationsplein in Arnhem, ca. 1955. Herkomst: Gelders Archief.

Stationspostgebouw Arnhem

De gemeente Arnhem en het Rijksvastgoedbedrijf hebben de ambitie de (rijks)kantoren in het Arnhemse stationsgebied duurzaam te renoveren. Het imponerende stationspostgebouw uit 1953 is er één van.

Het cultuurhistorisch onderzoek met waardestelling dient als input voor het maken van ontwerpkeuzen voor de renovatie en een eventuele uitbreiding van dit gemeentelijk monument.

2020
In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf, in samenwerking met Eva Osinga

Wederopbouwplan Stationsplein - Oude Kraan, 1962. Herkomst: Gelders Archief.

Het stationspostgebouw is onderdeel van een relatief smal gebied ten westen van de Arnhemse binnenstad, dat ligt ingeklemd tussen spoorbundels en de rivier de Rijn. In dit gebied komen de zuidrand van de Veluwse stuwwal en de Rijn bij elkaar, wat voor grote hoogteverschillen zorgt. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het stationsgebouw een belangrijke rol in het stedenbouwkundige concept voor de stationsomgeving. Als een soort grote keermuur aan het uiteinde van de Zandberg is het een overgangselement naar het geëgaliseerde Stationsplein-West.

Het postgebouw werd in 1953 ontworpen door architect Hendrik Engberts van de Rijksgebouwendienst als een functionele postfabriek en representatief kantoorgebouw in één. De architectuur is onberispelijk, waardig en streng, precies zoals het Rijk zich in deze periode graag profileerde. In 1990 verbouwde Martin van Dort van de Rijksgebouwendienst de bovenste drie verdiepingen voor de vestiging van hun regiokantoor tot een kleurrijke postmoderne werkruimte met ‘een rood blok’, ‘een blauwe doos’ en ‘een gele pyramide’.

De postmoderne wereld van het regiokantoor van de Rijksgebouwendienst, 1990. Herkomst: Martin van Dort en De Architect januari 1991.

Het Stationspostgebouw in 1960. Herkomst: Gelders Archief.

Hofplein en Weena Rotterdam

Het Hofplein en Weena in 1953. Herkomst: Stadsarchief Rotterdam.

Hofplein en Weena Rotterdam

De cultuurhistorische verkenning van het Weena en het Hofplein is uitgevoerd in opdracht van de afdeling Stadsontwikkeling van de Gemeente Rotterdam. In dit gebied raakt een aantal van de meest prominente en coherente Rotterdamse stedenbouwkundige ensembles elkaar: de Coolsingel, de Lijnbaan en het Weena. Het onderzoek dient als cultuurhistorische leidraad in de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied.

2021
In opdracht van de Gemeente Rotterdam, afdeling Stadsontwikkeling, in samenwerking met Johanna van Doorn

Het Hofplein is een van de meest iconische plekken in het Rotterdamse stadscentrum. In het Basisplan 1946 werd het van het gedroomde stedenbouwkundig hoogtepunt van de stad gereduceerd tot een puur monofunctionele verkeersrotonde. Het is een verkeersplein dat overal ‘tussen’ ligt en waarvan de kwaliteit ligt in de afleesbaarheid van opeenvolgende stadsvisies, de stedenbouwkundige gelaagdheid en de veelvormigheid van de architectuur.

Tijdslagen van de bebouwing. Kaart Johanna van Doorn.

Maquette van het Hofplein, ca. 1955. Herkomst: Stadsarchief Rotterdam.

In de cultuurhistorische verkenning is het Hofplein minutieus ontleedt. Hoe ‘lees’ je deze plek? Welk ruimtelijk uitgangspunt lag er aan ten grondslag en wat is de waarde van zowel de stedenbouwkundige opzet als de gebouwen die aan het plein staan? De relatie met het Weena – Rotterdams eigen La Défense, maar dan middenin het stadscentrum – is sterk. Binnen het stelsel van naoorlogse boulevards werd het Weena als veruit de belangrijkste gezien. Het zou met zijn ongekende breedte van negentig meter fungeren als ‘een waarlijk grootsche entree’ tot de stad, in de hoofden van de ontwerpers vergelijkbaar met het Damrak in Amsterdam.

Het Weena werd uiteindelijk slechts deels bebouwd aan de zuidzijde, terwijl de gehele zone aan de noordwand bewust voor de wensen van een volgende generatie werd gereserveerd. Toch hield de droom van het Weena als hét vermaakscentrum van de stad stand. Het was een van de uitgangspunten voor het in 1981 gepresenteerde plan van de Weenaboulevard. Pas in de uitvoering ging het mis, toen van het hechte ruimtelijk-functionele systeem dat het boulevardmodel voorstelde, alleen de ruimtelijke component overbleef.

Postboden op het Weena, 1970. Herkomst: Stadsarchief Rotterdam.

Verkeersdrukte op het Hofplein, 1939. Herkomst: Stadsarchief Rotterdam.

Interieur Domkerk Utrecht

Interieur Domkerk Utrecht

Met de groeiende bezoekersaantallen en activiteiten ligt er de vraag hoe de vele functies in de Domkerk op een meer logische en voor het monument verantwoorde manier in het gebouw zijn onder te brengen. Het cultuurhistorisch inspiratiedocument biedt zicht op de cultuurhistorische waarden én geeft richting aan het denken voor veranderingen in het interieur.

Afbraak van de 19e-eeuwse binnenkerk, 1922. Herkomst: Het Utrechts Archief.

De Domkerk, in gebruik en in eigendom bij de Protestantse Gemeente Utrecht, is een vitaal onderdeel van het Utrechtse kerklandschap. Het is niet alleen een kerkgebouw, het dubbelt als concertruimte en toeristische trekpleister met souvenirwinkel en plek voor een kop koffie. De laatste keer dat integraal werd nagedacht over de organisatie van deze functies, en de inrichting ervan, was in de jaren 1980. Het inspiratiedocument bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de ontwikkelingsgeschiedenis, waar in zeven fasen de belangrijkste omslagmomenten en visies op het interieur zijn weergegeven en beschreven. Per fase laat een schetsplattegrond de inrichting in die periode zien. Elke fase sluit af met de erfenissen (dat kunnen ruimtelijke karakteristieken, functionaliteiten of interieurelementen zijn) in het huidige interieur van de Domkerk.

Het doel van dit hoofdstuk is niet alleen een inzicht te krijgen in de overweldigende historische gelaagdheid van het interieur van de Domkerk, maar ook zicht op de impact van de opeenvolgende restauratie- en ontwerpvisies op het interieur. In een beeldvergelijking zijn schilderijen en foto's uit verschillende tijdsfasen naast elkaar gezet, van telkens een specifieke plek of hoek in het gebouw. Zo zijn de steeds wisselende gedaanten ervan inzichtelijk gemaakt. Vanuit de kennis, analyse en waardering van het interieur volgt het tweede deel, waarin richting wordt gegeven aan het denken over veranderingen in het interieur.

Het onderzoek is voor alle betrokkenen een handvat en afwegingskader bij het in stand houden en ontwikkelen van het interieur van de Domkerk. Daarnaast dient het als toetsingskader bij de beoordeling van plannen door de afdeling Erfgoed en de commissie Welstand en Monumenten.

2020
In opdracht van de Gemeente Utrecht, in samenwerking met Eva Osinga

Plattegrond met verschillende tijdslagen in het interieur. Tekening Eva Osinga.

1670

Tekening uit 1757 door P. Liender: gezien vanuit de zuiderkoorbeuk in westelijke richting. Herkomst: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

1837

1974

2020. Schetsen Eva Osinga.

Bouwhistorisch onderzoek

Bouwhistorisch onderzoek

Interieur van de grote ontvangstzaal in Huys te Warmont, omstreeks 1940. Herkomst: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Samen met Eva Osinga-Dubbelboer voerde Lara Voerman bouwhistorisch onderzoek uit naar het Kasteel Westhove in Oostkapelle, het Huys te Warmont in Warmond en elf gebouwen van de penitentiaire inrichtingen Norgerhaven en Esserheem te Veenhuizen.

In opdracht van de gemeente Nuenen stelde Lara een bouwhistorische verkenning op van het Klooster aan het Park.

In opdracht van Vereniging Hendrick de Keyser, de Stichting NJHC Beheer, het Rijksvastgoedbedrijf, gemeente Nuenen
In samenwerking met Eva Osinga-Dubbelboer

Gezicht op het kasteel Westhove te Oostkapelle, omstreeks 1885. Herkomst: Zeeuws Archief.

Het Huys te Warmont, 1662. Herkomst: Erfgoed Leiden en Omstreken.

Faseringsplattegrond verdieping Kasteel Westhove. Kaart Eva Osinga-Dubbelboer.

Cultuurhistorische verkenningen Rotterdamse wijken

Cultuurhistorische verkenningen Rotterdamse wijken

Cultuurhistorische waardering van het Molenlaankwartier, 2017. Kaart Joost Emmerik.

Analyse van het onderliggende polderlandschap van het Molenlaankwartier, 2017. Kaart Joost Emmerik.

Bouwfasen van het Molenlaankwartier, 2017. Kaart Joost Emmerik.

Voor de gemeente Rotterdam maakte Lara Voerman cultuurhistorische verkenningen van de wijken Hillegersberg, Schiebroek, Crooswijk, het Kleiwegkwartier, het Molenlaankwartier en het Coolhaveneiland.

Sinds 2007 laat de gemeente Rotterdam de geschiedenis, waardevolle architectuur en ruimtelijke karakteristieken van haar deelgebieden in beeld brengen door middel van cultuurhistorische verkenningen. Deze historische verkenningen met hun waarderingen en aanbevelingen worden gebruikt als afwegingskader bij (her-)ontwikkelingen en als input voor beschermende maatregelen in bestemmingsplannen.

In opdracht van de Gemeente Rotterdam
In wisselende samenwerking met Evelien van Es en Joost Emmerik

Waardestelling gevangeniscomplexen Esserheem en Norgerhaven in Veenhuizen

Waardestelling gevangeniscomplexen Esserheem en Norgerhaven in Veenhuizen

De PI Norgerhaven in Veenhuizen, 2018

In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf analyseerden en waardeerden Eva Osinga-Dubbelboer en Lara Voerman zowel het landschap als de elf gebouwen van de gevangeniscomplexen Esserheem en Norgerhaven in Veenhuizen.

Veenhuizen heeft in vergelijking met de andere Koloniën van Weldadigheid een geheel eigen ruimtelijke logica, waarin de ensembles Esserheem en Norgerhaven als voormalige bedelaarsgestichten – en vervolgens strafinrichtingen – cruciale onderdelen vormen.

Bijzonder is de hechte relatie tussen het ruimtelijk raamwerk van dit ontginningslandschap met haar wijken en vaarten, de typologie van gestichten en gevangenissen en de lange penitentiaire gebruikstraditie met architectuur die deze ontwikkeling representeert. In ‘ensembledossiers’ onderzoeken we de belangrijkste bouwfasen of ijkmomenten in de ontwikkeling van zowel het landschap als de gebouwen. Wat is de ruimtelijke logica van het landschap, hoe ontwikkelde het gebruik en de routing zich door de eeuwen heen? Vervolgens krijgt elk gebouw een ‘bouwdossier’ met de bouwgeschiedenis, een analyse van de bouwfasen, ruimtelijke organisatie en de programmatische ontwikkeling van de gebouwen, een bouwhistorische beschrijving en een waardestelling.

2018
In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf
In samenwerking met Eva Osinga-Dubbelboer

Het tweede Gesticht, nu Esserheem, omstreeks 1900. Herkomst: Gestichtswacht.nl

Voormalige woongesticht, nu het Shared Service Centre, 2018.

Fasering van de routing en bebouwing van het complex Norgerhaven. Kaart Eva Osinga-Dubbelboer.

Fort Crèvecoeur

Fort Crèvecoeur

In dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Atelier Rijksbouwmeester, staat fort Crèvecoeur boven ’s-Hertogenbosch centraal. De cultuurhistorische waardestelling is de basis voor het verkennen van de ontwikkel- en gebruiksmogelijkheden van dit bijzondere Defensieterrein.

Impressie fort en landschap omstreeks 1750. Kaart Joost Emmerik.

Op Crèvecoeur zijn landschap en fort hecht met elkaar verweven. De logica van het fort viel vanaf dag één samen met de logica van het landschap. In 1593 werd de kracht van deze plek ontdekt. Gelegen op een van de laagste punten in Noord-Brabant kon met een simpele afdamming van het riviertje de Dieze de gehele noordflank van ’s-Hertogenbosch onder water gezet worden. In 1600 werd het fort over de monding van de Dieze heen gelegd – wat een uniek type verdedigingswerk opleverde –  om er vervolgens door allerlei aanpassingen volledig in ingebed te worden.

Crèvecoeur maakte onderdeel uit van opeenvolgende grotere, soms provincie overschrijdende, militaire structuren, maar ook van een ingenieus watersysteem van rivieren, grachten, poldersluizen, schutsluizen, damsluizen en dammen. Zowel het landschap als het fort waren aan continue verandering onderheving. De haarscherpe lijnen op de ontwerpkaarten die door de eeuwen heen van het fort zijn gemaakt vervaagden in het veld al snel onder invloed van het onstuimige water en de felle wind. Perfectie is op Crèvecoeur geen leidend thema, verval wel.

Lara Voerman ontrafelde de woelige geschiedenis van het fort en zijn omgeving. Landschapsontwerper Joost Emmerik maakte de ontwikkeling van het landschap, het watersysteem, het systeem van routes en de bouwfasen in kaarten inzichtelijk. Het eerste deel opent met tien lange lijnen die fungeren als handvatten om vanuit de geschiedenis na te denken over de toekomst van deze bijzondere plek. Als vervolg is in 2021 een analyse en waardestelling van het fortterrein gemaakt.

2020 (Deel 1, historisch onderzoek)
en 2021 (analyse en waardestelling)

In opdracht van Atelier Rijksbouwmeester
In samenwerking met Joost Emmerik

Foto Wies van Leeuwen, collectie BHIC.

Relicten, kaart Joost Emmerik.

Crèvecoeur in relatie tot grotere militaire systemen. Kaart Joost Emmerik.

Ontwikkeling van het watersysteem. Kaarten Joost Emmerik.

De Maas tussen Hedikhuizen en Hedel. Herkomst: Gelders Archief.

Stadsvernieuwing in stroomversnelling. Inventarisatie stadsvernieuwingsplannen Interim Saldo Regeling 1977 – 1985

Stadsvernieuwing in stroomversnelling. Inventarisatie stadsvernieuwingsplannen Interim Saldo Regeling 1977 – 1985

De Boogjes in Dordrecht, architect Theo Bosch, 1982. Herkomst: Regionaal Archief Dordrecht.

De jaren zeventig en tachtig was een tijd van grootschalige en experimentele stadsvernieuwing. De integrale aanpak van toen biedt nog steeds inspiratie voor opgaven van nu.

Lara Voerman en Evelien van Es onderzochten de oogst van de Interim Saldoregeling: de eerste grootschalige en experimentele stadsvernieuwing in de periode 1977-1985. Veertien gemeenten kregen financiële rijkssteun voor de aanpak van hun verwaarloosde, historische binnensteden en 19de-eeuwse woonwijken.

De werkwijze was integraal, fysiek en sociaal, met inspraak van bewoners en gericht op behoud van de bestaande stad. Honderd stadsvernieuwingsplannen geven inzicht in de problematiek en aanpak. De herwaardering van de stad van toen, biedt nog steeds inspiratie voor de omgang met (historische) binnensteden. Dit onderzoek vond plaats als onderdeel van de Verkenning Post 65 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

2018
In opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
In samenwerking met Evelien van Es en Joost Emmerik

Stadsvernieuwingsplannen volgens het format van de Interim Saldo Regeling.

De Aktiegroep Het Oude Westen vervulde een voortrekkersrol in de Rotterdamse stadsvernieuwing. Herkomst: Stadsarchief Rotterdam.

Omslag ISR-gebied Leeuwarden binnenstad.

‘Bouwen voor de buurt’ groeide landelijk uit tot dé slogan van de stadsvernieuwing. Herkomst: Geheugen van Nederland.

Jan Schaefer groeide uit tot boegbeeld van de stadsvernieuwing. Cartoon uit 1975. Herkomst: Plan 1975.

Post 65 Gebedshuizen. Kerken, moskeeën, synagogen en tempels in Nederland 1966 – 2019

Post 65 Gebedshuizen. Kerken, moskeeën, synagogen en tempels in Nederland 1966 – 2019

Interieur van de Geuzenkerk in Brielle. Herkomst: Reliwiki.

De collectieve geloofsbeleving van de afgelopen vijftig jaar heeft een panoramische breedte. Van kerken in wederopbouwstijl tot historiserende ‘refodomes’ en Ottomaanse, Moorse en Moguleske moskeeën; van experimenten als de ondergrondse kerk in Heerlen en de soefitempel in de Katwijkse duinen tot de kerk als vrijwel onherkenbare doos. Dit in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uitgevoerde onderzoek heeft de vanaf 1965 gebouwde gebedshuizen als onderwerp.

Op dit moment wordt in veel gemeenten en kerkgenootschappen nagedacht over de toekomst van hun kerkgebouwen. Daarbij is er een groep gebouwen die rijksmonument of gemeentelijk monument zijn en waarvan – in ieder geval vanuit cultuurhistorisch perspectief – duidelijk is wat de waarde is van die gebouwen. Minder houvast is er voor de meest recente kerken: hoe moet de waarde daarvan vastgesteld worden?

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft een eerste verkennend onderzoek uitgevoerd naar gebedshuizen in Nederland uit de periode na 1965. Onderzoekers Evelien van Es, Gerdien van der Graaff en Lara Voerman gingen op zoek naar de betekenis en karakteristieken van de circa 1300 kerken, tempels en moskeeën die in die periode in Nederland zijn gebouwd. De studie biedt gemeenten handvatten bij het inventariseren en analyseren van kerkgebouwen na 1965 en het duiden van hun betekenis in de toenmalige en huidige samenleving.

2020
In opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
In samenwerking met Evelien van Es en Gerdien van der Graaff

Bekijk de rapportage:

Omslag Een hut om in te schuilen. Kerkbouw van nu en morgen, 1964.

Interieur Pastoor van Arskerk van architect Aldo van Eyck in Loosduinen. Foto: Dick Valentijn.

De Kandelaar in Nieuw-Beijerland in aanbouw. Herkomst: Gereformeerde Gemeente Nieuw-Beijerland.

De Felicitaskerk in Spijkenisse, 1986. Herkomst: Reliwiki.

Tijdens de bouw van de Nour Moskee in Gouda van architect Gerard Rijnsdorp, 1993. Foto: Gerard Rijnsdorp.